Bodemenergie
Bodemenergiesystemen zijn een cruciale ontwikkeling in de energietransitie van ons land. Het aantal bodemenergiesystemen neemt jaarlijks dan ook flink toe. Steeds meer woonwijken en gebouwen worden aangesloten op duurzame bodemenergiesystemen. Het is voor de overstap van fossiele grondstoffen naar duurzame energie van belang om dit in goede banen te leiden. Dit doet Omgevingsdienst Haaglanden door de aanleg van bodemenergiesystemen te reguleren. Ook controleren wij de aanleg en werking.
Risico's
Bodemenergiesystemen brengen enkele risico’s met zich mee:
- Verstoring (interferentie) met andere bodemsystemen;
- Onvoldoende afdichting tussen bodemlagen;
- Bodemverontreiniging tijdens werkzaamheden;
- Verstoring zoals thermische verontreiniging.
Open en gesloten bodemenergiesystemen
Er kan onderscheid worden gemaakt in open en gesloten bodemsystemen. Open bodemenergiesystemen pompen grondwater uit de bodem en weer terug. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de warmte of kou die van nature aanwezig is in de bodem en het grondwater. Een open bodemenergiesysteem is een vergunningplichtige milieubelastende activiteit. Dit volgt uit artikel 3.19 lid 1 onder a van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Bij gesloten bodemenergiesystemen wordt geen grondwater verplaatst. Door gesloten leidingen (bodemlussen) wordt vloeistof door de bodem geleid om aan de bodem warmte of koude te onttrekken. Een gesloten bodemenergiesystemen is in artikel 3.18 aangewezen als milieubelastende activiteiten. Een gesloten bodemenergiesysteem >70 kW is een vergunningplichtige milieubelastende activiteit (artikel 3.19 lid 1 onder b). Voor een het aanleggen en gebruiken van een gesloten bodemenergiesysteem met een vermogen < 70 kW moet een melding worden ingediend (Artikel 4.1136 Bal).
Zowel open als gesloten bodemenergiesystemen dragen, omdat energie wordt opgeslagen voor het volgende seizoen, in belangrijke mate bij aan het realiseren van een CO2 neutrale gebouwde omgeving. Een bodemenergiesysteem is geen energieleverancier, warmte uit de zomer wordt opgeslagen en in de winter gebruikt. In de winter vindt dit vice versa plaats.
Werking open bodemenergiesysteem tijdens de winter
In de winter wordt het gebouw verwarmd met opgeslagen zomerwarmte. Gedurende de winter wordt uit de warme bronnen grondwater onttrokken. Voor verwarming staat de warme bron in veel gevallen indirect in verbinding met een centrale warmtepomp. De warmtepomp brengt het water op het gewenste niveau voor verwarmingsdoeleinden. Via transportleidingen wordt de warmte afgegeven aan de ruimten. Dit gebeurt vaak door middel van inductie-units, vloerverwarming of betonkernactivering. Het afgekoelde grondwater wordt teruggestuurd naar de koude bronnen en opgeslagen voor gebruik in de zomer (koude laden).
Het grondwatercircuit en de gebouwinstallaties zijn gescheiden door middel van warmtewisselaars (TSA). Bij piekvoorziening (of bij uitval van de warmtepomp) kan gebruik worden gemaakt van een verwarmingsketel of een stadverwarmingsaansluiting.
Werking open bodemenergiesysteem tijdens de zomer
Gedurende de zomer wordt via de koude bronnen grondwater onttrokken voor levering van koelenergie aan het gebouw (koude ontladen). Het grondwatercircuit en de gebouwinstallaties zijn gescheiden door middel van een warmtewisselaar (TSA). Via transportleidingen wordt de koelenergie (warmteonttrekking) afgegeven aan de ruimten, vaak door middel van inductie-units, vloerkoeling of betonkernactivering. Het opgewarmde grondwater wordt vervolgens geretourneerd via de warme bron.