Kenmerken van een (massa)winterverblijfplaats
De overwinteringsplek van de gewone dwergvleermuis is gedeeltelijk vorstvrij en wordt niet te warm (<10 graden °C). Het optreden van lage temperaturen (vorst) is enigszins gebufferd. Het gedeeltelijk vorstvrij zijn, is het gevolg van de aanwezigheid van zeer dikke muren, een warme luchtstroom uit de kelder of kelderspouw, een lekstroom van warmte uit aangrenzende ruimten (zoals bij trappenhuizen), doorlopende betonvloeren of consoles, of het vorstvrij zijn/houden van aangrenzende (machine)ruimten.