Terug naar Nieuws

Vergunningverlening Natura 2000-activiteiten

Heeft u een aanvraag om vergunning voor een Natura 2000-activiteit ingediend of bent u dit van plan? De afhandeling van uw aanvraag kan mogelijk beïnvloed worden door rechtspraak. Hieronder lichten wij twee situaties toe die op dit moment invloed hebben op aanvragen om een natuurvergunning.

Emissiearme stalsystemen

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) heeft in meerdere uitspraken geoordeeld dat RAV-emissiefactoren voor emissiearme stallen de werkelijke ammoniakemissie uit deze stalsystemen waarschijnlijk onderschatten. Hierdoor kunnen berekeningen met RAV-emissiefactoren voor emissiearme stalsystemen niet zomaar gebruikt worden in een voortoets of een passende beoordeling voor een natuurvergunning.[1] Dit maakt het onder de huidige omstandigheden moeilijk om een natuurvergunning te verlenen voor deze stalsystemen.

Om de effecten van emissiearme stalsystemen te onderbouwen, kunt u mogelijk, maar niet uitputtend, gebruik maken van het rapport “Toolbox passende beoordeling emissiearme stalsystemen”[2]. Wij kunnen op dit moment echter niet garanderen dat een dergelijke onderbouwing akkoord bevonden wordt door de rechterlijke macht. De nadere heroriëntatie van de systematiek van de RAV zal hier op den duur uitsluitsel over moeten geven.

Zonder een sluitende onderbouwing van de emissiefactor van het beoogde emissiearme stalsysteem kunnen negatieve effecten op Natura 2000-gebieden niet worden uitgesloten, en kunnen wij geen natuurvergunning verlenen. Als dit bij uw aanvraag het geval is, ontvangt u van ons een verzoek om uw aanvraag aan te passen. Als dat niet mogelijk is, moeten wij uw aanvraag weigeren of buiten behandeling stellen. U kunt er dan ook voor kiezen om uw aanvraag in te trekken. Heeft u vragen over (het voorbereiden van) uw aanvraag met een emissiearm stalsysteem? U kunt contact met ons opnemen via vergunningen@odh.nl.

Intern en extern salderen

Op 18 december 2024 heeft de Afdeling twee uitspraken[1] gedaan met betrekking tot het instrument salderen. Deze uitspraken hebben invloed op de vergunningplicht en het beoordelingskader dat geldt voor projecten die gebruik maken van het instrument intern en/of extern salderen. Hieronder vindt u kort samengevat wat de uitspraken betekenen.

  • Intern salderen is per 1 januari 2020 met terugwerkende kracht vergunningplichtig. Dit houdt in dat projecten waarbij gesaldeerd wordt/is met de onderliggende referentiesituatie alsnog vergunningplichtig zijn. De vergunningplicht geldt voor nieuwe projecten, maar ook voor reeds gestarte en zonder natuurvergunning gewijzigde projecten waarbij gebruik is gemaakt van intern salderen. Dit is ook het geval als u eerder een positieve weigering of bestuurlijk rechtsoordeel van ons heeft ontvangen dat u op basis van interne saldering geen natuurvergunning nodig had.
  • Op basis van het zogenoemde additionaliteitsvereiste mag salderen met stikstofruimte, zowel intern als extern, alleen worden toegepast als de wijziging of beëindiging van de bestaande vergunde situatie niet al nodig is om verslechtering van Natura 2000-gebieden tegen te gaan. Het voorgaande moet in de aanvraag voor een natuurvergunning (in de passende beoordeling) worden onderbouwd.
  • Indien gesaldeerd wordt met een andere toestemming dan een natuurvergunning (bijvoorbeeld een milieuvergunning), dan is saldering alleen mogelijk met (de onderdelen van) projecten die feitelijk gerealiseerd en structureel in gebruik zijn of kunnen zijn zonder dat daarvoor een nieuwe natuurvergunning nodig is. In de aanvraag om een natuurvergunning moet onderbouwd worden dat hieraan wordt voldaan.
  • Voor activiteiten die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 met toepassing van intern salderen fysiek zijn gestart en waarvoor op grond van het oude beoordelingskader geen natuurvergunning nodig was, geldt tot 1 januari 2030 een overgangsperiode waarin het bevoegd gezag niet handhavend kan optreden.

Bovenstaande punten maken het op dit moment moeilijk om natuurvergunningen te verlenen die gebruik maken van intern of extern salderen. Lopende aanvragen moeten mogelijk worden aangepast. Hierbij wordt opgemerkt dat zolang geen maatregelenpakket voorhanden is waarin de wettelijke natuurhersteldoelen worden gehaald en geborgd, onderbouwing van het additionaliteitsvereiste naar verwachting erg lastig zal zijn. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij u naar het nieuwsbericht en de bijbehorende documenten van de provincie Zuid-Holland[2].

Vragen?

Heeft u vragen over de gevolgen voor uw project? U kunt contact met ons opnemen via vergunningen@odh.nl. Heeft u vragen met betrekking tot handhaving? Dan kunt u contact opnemen met de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Bronnen