Flora- en fauna-activiteiten ten behoeve van jacht, beheer, schade en overlast

Het aanvullingsspoor natuur onder de Omgevingswet regelt op welke dieren mag worden gejaagd en wanneer bestrijding van dieren mag plaatsvinden in het belang van volksgezondheid, veiligheid, het voorkomen van schade of ter bescherming van flora en fauna. Er gelden verschillende regels voor jacht, beheer en schadebestrijding. Dit is afhankelijk van het seizoen, het dier en de schade. Voor veel soorten die bestreden moeten worden is een faunabeheerplan vastgesteld. Meer informatie over de faunabeheerplannen, vergunningen, vrijstellingen en hoe het faunabeheer is geregeld binnen de provincie Zuid-Holland kunt u vinden op de website van Faunabeheereenheid Zuid-Holland. 

Verantwoordelijke instantie

Een aanvraag om een vergunning voor een flora- en fauna-activiteit ten behoeve van beheer en schadebestrijding moet in de meeste gevallen via Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE-ZH) bij ons worden ingediend.  

Uitzondering hierop is de bestrijding van de huismuis, mol, bosmuis, huisspitsmuis en de veldmuis. Hiervoor kunt u een aanvraag indienen via het DSO (digitale stelsel Omgevingswet). 

Bestrijden zwarte en bruine rat

Voor het bestrijden van de zwarte en bruine rat is voor het gebruik van het luchtdrukgeweer, bestrijding binnen de bebouwde kom en afwijkingen van het jachtveld een besluit verleend aan FBEZH. Dit besluit kan onder voorwaarden aan bestrijders worden doorgeschreven. Wilt u weten welk type geweer u mag gebruiken en voor welke diersoort u een vergunning nodig heeft? Neem contact op met FBE-ZH. 

Te klein jachtveld

Als het jachtveld waarbinnen de schadebestrijding plaatsvindt, afwijkt van de regels die de Omgevingswet in artikel 11.76 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) aan een jachtveld stelt, is een vergunning nodig. Ook die vergunning moet via FBE-ZH bij ons worden aangevraagd. In de provincie Zuid-Holland wordt echter alleen een vergunning verleend, als er door fysieke barrières geen mogelijkheid bestaat om aan de oppervlakteregels te voldoen. Dit betekent dat altijd eerst nagegaan moet worden of er via een aangrenzend jachtveld een zodanige combinatie mogelijk is dat het eigen jachtveld aan de regels voldoet.