Brijnlozing in de bodem
In de glastuinbouw is water geven aan gewassen een dagelijkse noodzaak. Hemelwater heeft hierbij de voorkeur: het is natriumarm, goed beschikbaar en milieuvriendelijk. De waterbehoefte van gewassen in de kas loopt echter niet altijd gelijk met de hoeveelheid natuurlijke neerslag. Daardoor is hemelwater niet altijd voldoende, en wordt grondwater ingezet als aanvulling. Grondwater is echter vaak te zout om direct te gebruiken. Daarom wordt het gefilterd met een osmose-installatie, zodat er natriumarm gietwater ontstaat. Bij dit proces blijft een geconcentreerde zoutoplossing achter: brijn.
Brijn is een restproduct met een hoge concentratie zouten. Bij lozing in de bodem kan dit invloed hebben op duurzaam bodemgebruik en de kwaliteit van het grondwater. Daarom is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met de verwerking van brijn en te zoeken naar passende en verantwoorde oplossingen.
Let op: onderstaande geldt alleen voor tuinders in de gemeente Westland.
Brijnlozing in de bodem is verboden, tenzij maatwerk wordt verleend
De gemeente Westland hanteert beleid voor brijnlozingen in de bodem. Dit beleid is vastgelegd in de Beleidsnota ‘Beleid en maatwerkvoorschriften bij brijnlozingen’.
Op grond van artikel 4.801 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) mag brijn dat ontstaat bij het bereiden van natriumarm gietwater in beginsel niet worden geloosd. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid om brijnlozing in het diepe grondwater toe te staan op grond van de uitzonderingsbepalingen uit de kaderrichtlijn water. Een tuinder kan hiervoor een maatwerkvoorschrift aanvragen. Afwijken van het verbod is alleen mogelijk als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Alle redelijke alternatieven zijn onderzocht
- De lozing milieutechnisch aanvaardbaar is
- Ten hoogste 20% van de totale gietwatergift voor een gemiddeld jaar is afkomstig uit ontzilt grondwater
Maatwerk wordt uitsluitend verleend als het gebruik van een osmose-installatie aantoonbaar het laatste redmiddel is. Bij een aanvraag dient te worden aangetoond dat alle redelijke alternatieven zijn onderzocht en onderbouwd met relevante gegevens. Onvoldoende onderbouwing kan leiden tot afwijzing van het maatwerkverzoek.
Overgangstermijn voor bestaande en nieuwe situaties
Voor bestaande situaties geldt een overgangstermijn van 7 jaar vanaf 25 februari 2025. Indien bij het indienen van de aanvraag nog niet aan de 20% norm wordt voldaan, biedt deze termijn de mogelijkheid om alsnog binnen deze periode aan te tonen dat een voldoende grote hemelwaterberging aanwezig is. Dit kan door aan te tonen dat wordt voldaan aan de buffergroottes zoals beschreven in de certificering Groen Label Kas, of door een berekening waaruit blijkt dat ten hoogste 20% van de totale gietwatergift voor een gemiddeld jaar afkomstig is uit ontzilt grondwater.
Voor nieuwe situaties geldt géén overgangstermijn. De norm van maximaal 20% ontzilt grondwater is direct van kracht bij nieuwe brijnlozingen. Indien niet aan deze norm wordt voldaan, kan er geen maatwerk worden verleend.
Aanvraagprocedure maatwerkvoorschrift
Een maatwerkvoorschrift vraagt u aan via het Omgevingsloket met het aanvraagformulier maatwerkvoorschriften brijnlozing.
Zo werkt het:
- Download het aanvraagformulier maatwerkvoorschriften brijnlozing.
- Ga naar het Omgevingsloket.
- Ga naar het tabblad ‘Aanvragen’ en start een aanvraag of melding.
- Log in:
- Organisaties (KvK) gebruiken eHerkenning.
- Particulieren gebruiken DigiD.
- Doorloop de stappen:
- Omschrijf het project.
- Geef de locatie op.
- Kies de activiteit: “Maatwerkvoorschrift aanvragen bij gemeente, rijksoverheid of provincie – Aanvraag maatwerkvoorschrift”.
- Beschrijf de activiteit waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
- Voeg het aanvraagformulier en de onderbouwende documenten als bijlage toe.
Let op: Is uw aanvraag voor brijnlozing eerder aangehouden?
In dat geval geldt een afwijkende procedure. U heeft hierover een brief ontvangen waarin staat dat uw aanvraag is aangehouden tot het nieuwe beleid is vastgesteld. Stuur in dit geval het ingevulde aanvraagformulier naar vergunningen@odh.nl, onder vermelding van uw bedrijfsgegevens.
Kosten
Voor het behandelen van uw aanvraag worden leges in rekening gebracht. Kijk op de website van uw gemeente voor de actuele tarieven.
Meer informatie
Wilt u weten welke uitgangspunten gelden bij het verlenen van maatwerkvoorschriften? Lees dan de Beleidsnota ‘Beleid en maatwerkvoorschriften bij brijnlozingen’ van de gemeente Westland. Deze beleidsnota is digitaal opvraagbaar.
Veelgestelde vragen
-
Vanaf wanneer moet ik een aanvraag voor brijnlozing indienen?
Wanneer de tijdelijke maatwerken vervallen, is er geen toestemming meer om brijn te lozen. Omdat de beoordeling van nieuwe aanvragen tijd kost, is het belangrijk om tijdig een maatwerkaanvraag voor brijnlozing in te dienen.Door het nieuwe Westlandse beleid zijn er drie situaties mogelijk. Hieronder lichten we deze toe:
a. Bedrijven met geldig maatwerk t/m 2025
Bedrijven die maatwerk hebben ontvangen dat geldig is tot en met 31 december 2025, zijn bij ODH bekend als bestaande situatie. Vanaf 1 januari 2026 vervalt dit maatwerk en moet er zo spoedig mogelijk via het DSO een nieuwe maatwerkaanvraag voor brijnlozing worden ingediend. Deze aanvraag hoeft niet vóór 1 januari 2026 volledig te zijn om in aanmerking te komen voor de overgangstermijn van zeven jaar, omdat deze bedrijven al bekend zijn bij ODH. Let op: de aanvraag én aanvullende gegevens moeten wel binnen acht weken (zie vraag 2) via het DSO worden ingediend om tijdige afhandeling te kunnen garanderen voordat de installatie gietwater moet gaan produceren.b. Aangehouden maatwerkaanvragen voor brijnlozing
Bedrijven die tussen 1 juli 2022 en de vaststelling van het gemeentelijk beleid maatwerk hebben aangevraagd voor een nieuwe RO-installatie, en van ODH bericht hebben ontvangen dat de aanvraag is aangehouden, worden eveneens gezien als bestaande situatie. Op 15 december 2025 hebben deze bedrijven een verzoek ontvangen om aanvullende informatie aan te leveren of om hun maatwerkaanvraag voor brijnlozing opnieuw in te dienen. Ook hier geldt dat dit niet vóór 1 januari 2026 hoeft om binnen de overgangstermijn te vallen. De aanvullende informatie kan binnen acht weken per e-mail worden verstuurd naar vergunningen@odh.nl, onder vermelding van de bedrijfsgegevens.c. Bedrijven zonder aangehouden aanvraag en zonder geldig maatwerk voor brijnlozing
Bedrijven die niet onder a of b vallen en een RO-installatie hebben, moeten vóór 31 december 2025 via het DSO een maatwerkaanvraag voor brijnlozing indienen om nog te worden aangemerkt als bestaande installatie. Voorwaarde is dat de regenwateropslag minimaal 500 m³/ha bedraagt. ODH doet haar best om deze aanvragen tijdig aan te houden, zodat in 2026 alsnog maatwerk kan worden verleend. Wordt er geen aanvraag ingediend, dan geldt de 80/20-regel. -
Het is nog niet mogelijk om een brijnanalyse mee te sturen bij de aanvraag voor brijnlozing. Wat moet ik doen?
Omdat het voor sommige tuinders lastig is om op korte termijn een brijnanalyse te laten uitvoeren, geven wij vanaf 1 januari 2026 een extra termijn van acht weken (tot 1 maart 2026) om de aanvraag voor brijnlozing compleet te maken.Een complete aanvraag bestaat uit:
- het aanvraagformulier, en
- een analyse(certificaat) van het brijnmonster.
-
Mag ik een oude brijnanalyse gebruiken bij mijn aanvraag voor brijnlozing?
Nee. Het analysepakket is recent aangepast en oude analysecertificaten zijn daardoor niet volledig. Alle tuinders moeten het brijnmonster opnieuw laten analyseren. Heeft een tuinder recent (in het afgelopen jaar) al een analyse laten uitvoeren? Dan kan worden bekeken of deze analyse kan worden aangevuld, zolang uiteindelijk alle stoffen uit het huidige analysepakket zijn bemonsterd.