Soortenmanagementplan (SMP)
Ruimte voor natuur en ontwikkeling
In Nederland concurreren verschillende belangen om de beschikbare ruimte: wonen, werken, recreatie, transport en natuur. Deze belangen kunnen met elkaar schuren. Het is een uitdaging om binnen een gebied rekening te houden met alle partijen, maar tegelijkertijd van groot belang.
De natuur speelt een cruciale rol in ons dagelijks leven. Ze draagt bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en onze gezondheid. Denk aan bomen en struiken die voedsel en beschutting bieden voor insecten en vogels, die op hun beurt weer een bijdrage leveren aan bestuiving en biodiversiteit. Een gezonde natuur helpt ons bovendien bij het tegengaan van wateroverlast, hittestress en luchtverontreiniging.
Bescherming van kwetsbare soorten
Helaas staan veel diersoorten in Nederland onder druk. Sommige soorten, zoals vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen, verliezen hun nest- en verblijfplaatsen door isolatie en bouwontwikkelingen. Dit vormt een bedreiging voor de biodiversiteit. Het is daarom essentieel om deze soorten te beschermen en tegelijkertijd ruimte te bieden voor ontwikkeling.
Wat is een Soortenmanagementplan (SMP)?
Een Soortenmanagementplan (SMP) biedt een langetermijnstrategie voor de bescherming van kwetsbare diersoorten binnen een bepaald gebied, zoals meerdere wijken of een hele gemeente. In een SMP wordt vastgelegd welke beschermde soorten in een gebied voorkomen en hoe hun leefomgeving behouden en versterkt kan worden. Het plan richt zich niet op het beschermen van individuele nest- en verblijfplaatsen, maar op het behoud en de groei van hele populaties.
Een SMP biedt verschillende voordelen:
- Gebiedsgerichte aanpak: In plaats van losse vergunningsaanvragen per project, wordt een bredere strategie vastgesteld.
- Ecologische plus: Er worden extra maatregelen genomen om de biodiversiteit te versterken.
- Minder administratieve lasten: Met een SMP kunnen gemeenten en ontwikkelaars efficiënter plannen uitvoeren zonder telkens nieuwe vergunningen aan te vragen.
SMP-omgevingsvergunning
Om werkzaamheden binnen een SMP-gebied uit te voeren, is een SMP-omgevingsvergunning nodig. Dit vervangt de eerdere ontheffing onder de Wet natuurbescherming. Voor het verkrijgen van deze vergunning moet een concrete ecologische meerwaarde worden aangetoond.
Toepassing van een SMP
- Energietransitie (bijv. isolatie van woningen)
- Sloop- en nieuwbouwprojecten
- Herinrichting van openbaar groen
- Grootschalige gebiedsontwikkelingen
Gemeenten en woningcorporaties kunnen gezamenlijk een SMP opstellen en een omgevingsvergunning aanvragen, zodat particulieren binnen de gemeente ontzorgd worden.
Monitoring en lange termijn
Een belangrijk aspect van een SMP is monitoring. Dit houdt in dat beschermde soorten en hun functies periodiek worden geëvalueerd. Hierdoor kunnen beleidsmakers tijdig bijsturen en ervoor zorgen dat natuur en ontwikkeling in balans blijven.
Hoe vraag ik een SMP-omgevingsvergunning aan?
Voor de aanvraag van een SMP-omgevingsvergunning moet worden voldaan aan de eisen van de Omgevingswet. Ter ondersteuning heeft de provincie Zuid-Holland de Richtlijn Soortenmanagementplannen Zuid-Holland (versie 2.0) opgesteld. Deze richtlijn helpt initiatiefnemers bij het opstellen van een SMP en biedt duidelijkheid over de toetsing binnen de Omgevingswet.
Meer informatie
Wil je meer weten over het Soortenmanagementplan of een SMP-omgevingsvergunning aanvragen? Bekijk eerst de veelgestelde vragen (FAQ) onderaan deze pagina – misschien staat jouw antwoord daar al tussen. Heb je daarna nog vragen? Neem dan contact op met vergunningen@odh.nl voor advies.
Veelgestelde vragen over de Omgevingsvergunning voor Beschermde Soorten
-
Hoe verloopt het aanvragen van een omgevingsvergunning voor beschermde soorten onder de Omgevingswet?
In hoofdstuk 11 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) zijn flora- en fauna-activiteiten opgenomen die vergunningplichtig zijn. Hiervoor is een omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit nodig (voorheen een ontheffing onder de Wet natuurbescherming). Denk hierbij aan het verwijderen van een vogelnest of het verstoren van vleermuizen. Voordat een project start, moet onderzocht worden of er beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn en welke effecten de werkzaamheden op deze soorten hebben. De aanvraag moet maatregelen bevatten om negatieve effecten te voorkomen of te compenseren, bijvoorbeeld door vleermuiskasten te plaatsen. De aanvraag wordt beoordeeld op drie wettelijke eisen:
- De staat van instandhouding mag niet verslechteren.
- Er is geen alternatief met minder impact.
- Er is minimaal één wettelijk belang gediend.
-
Wat is het verschil wanneer een omgevingsvergunning via een collectief soortenmanagementplan (SMP) wordt aangevraagd?
Bij een SMP-omgevingsvergunning wordt een soortenmanagementplan opgesteld voor een groot gebied (bijv. een gemeente of wijk). Dit plan beschrijft hoe de staat van instandhouding van soorten op lange termijn wordt gewaarborgd, inclusief maatregelen om biodiversiteit te verbeteren, zoals natuurinclusief bouwen en uitbreiding van groen.
-
Wat zijn de tijdslijnen en stappen bij Omgevingsdienst Haaglanden voor een reguliere en SMP-route?
Met een SMP-omgevingsvergunning hoeft niet voor elk project afzonderlijk een vergunning aangevraagd te worden. Door gebiedsbreed ecologisch onderzoek en monitoring kan vooraf rekening worden gehouden met beschermde soorten. Vanwege de complexiteit van een SMP-omgevingsvergunning wordt deze behandeld via de uitgebreide procedure (UOV-procedure). Lees hier de Richtlijn soortenmanagementplannen voor meer informatie.
-
Moeten woningcorporaties verduurzamingswerkzaamheden stoppen tot een SMP-omgevingsvergunning is verleend?
Nee, zij kunnen gebruikmaken van een reguliere omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit of de Gedragscode soortenbescherming van Aedes. Let op: de gedragscode kent beperkingen qua soorten en functies, en vereist monitoring en aanmelding.
-
Hoe werkt monitoring bij grote gebieden?
Monitoring richt zich op:
- Populatietrends met (vleer)MUS;
- Kwetsbare functies en verblijfplaatsen (zoals kraamverblijven van vleermuizen);
- Effectiviteit van natuurinclusieve voorzieningen. Lees meer in de Richtlijn soortenmanagementplannen Zuid-Holland.
-
Hoe worden particulieren gestimuleerd om een SMP te gebruiken?
Goede communicatie is essentieel. Een communicatieplan is standaard onderdeel van een SMP en zorgt ervoor dat alle gemeentelijke afdelingen en teams betrokken zijn.
-
Welke eisen gelden voor een gefaseerde aanpak van een SMP?
Een SMP-gebied moet aaneengesloten zijn op wijkniveau (CBS-wijkniveau). Onderzoeken kunnen gefaseerd worden uitgevoerd, waarna een bestaande SMP-omgevingsvergunning uitgebreid kan worden.
-
Hoe bepaalt men het aantal soorten in een SMP en wat is de invloed op tijd en kosten?
Dit hangt af van de geplande activiteiten, de ligging en aanwezige soorten. Een verkennend onderzoek (quickscan) helpt hierbij. Een SMP kan ook biodiversiteit versterken in landelijke gebieden.
-
Kunnen SMP-omgevingsvergunningen per wijk worden afgegeven in plaats van per huishouden?
Ja, gemeenten kunnen een gebiedsgerichte omgevingsvergunning aanvragen. Particulieren kunnen hier via de gemeente gebruik van maken. Dit vereist een gebiedsdekkend onderzoek en een SMP.
-
Kan in een vooroverleg de onderzoeksinspanning voor een SMP met ODH worden vastgesteld?
Ja, wij adviseren initiatiefnemers om vooraf met ons in overleg te treden over de onderzoeksopzet. Landelijke richtlijnen voor onderzoek naar vleermuizen en gierzwaluwen zijn beschikbaar:
-
Moeten categorie-5 soorten vogels altijd worden meegenomen in een SMP?
Bij zwaarwegende ecologische omstandigheden (bijv. spreeuw, huiszwaluw) moeten deze soorten jaarrond beschermd worden. Dit is efficiënter dan achteraf een aanvullende vergunning aan te vragen.
-
Hoe blijven de maatregelen betaalbaar voor consumenten?
Natuurinclusief bouwen hoeft niet duur te zijn. Er zijn kosteneffectieve methoden en gemeenten kunnen subsidies aanbieden.
-
Hoe wordt omgegaan met beperkte informatie over soorten en hun populaties?
Een gebiedsdekkende nulmeting of basisonderzoek helpt bij het vaststellen van de staat van instandhouding. Lees meer in de Richtlijn soortenmanagementplannen Zuid-Holland.
-
Mag je als gemeente kosten in rekening brengen voor een SMP?
Aangezien kosten voor het opstellen en uitvoeren van een SMP niet via de leges kunnen worden verrekend, is het belangrijk om hierover vooraf afspraken te maken. Dit kan bijvoorbeeld door het opnemen van kostenverdeling in samenwerkingsovereenkomsten met projectontwikkelaars of andere belanghebbenden. Een transparante en gedragen kostenstructuur voorkomt verrassingen achteraf.
-
Wat heeft de voorkeur: één centraal SMP of meerdere opgesplitste plannen?
De voorkeur gaat uit naar één centraal SMP vanuit de gemeente. Dit biedt overzicht, voorkomt versnippering en maakt het eenvoudiger om soortenbescherming structureel en gebiedsgericht te organiseren. Daarnaast draagt een centraal plan bij aan een consistente vergunningverlening.
-
Hoe zit het met de aansprakelijkheid en personele inzet bij monitoring van een SMP?
De monitoring van een SMP vraagt om voldoende personele capaciteit. Het is belangrijk om hiermee in de uitvoering rekening te houden. Ondanks de uitvoering door of namens de gemeente, blijft Toezicht & Handhaving (T&H) het bevoegd gezag. Afspraken over rolverdeling en capaciteit zijn essentieel om de uitvoering haalbaar te houden.
-
Moet een SMP onderdeel uitmaken van de omgevingsvisie?
Ja, het is aan te raden het SMP goed te koppelen aan de omgevingsvisie. Door dit integraal mee te nemen, wordt het soortenbeleid stevig verankerd in het bredere ruimtelijk beleid. Dit bevordert samenhang tussen ecologie en andere ruimtelijke opgaven, en biedt bestuurlijke en beleidsmatige legitimatie voor het plan.